ME/CVS

Immunostimulatie als behandeling van ME/CVS

Een groot aantal bacteriën, virussen en schimmels zorgen er gezamenlijk voor dat het immuunsysteem van ME/CVS-patiënten ontregeld raakt. Een therapie die het immuunsysteem stimuleert, kan ervoor zorgen dat symptomen op de lange termijn verminderen. Dit beweren een vijftal onderzoekers in een studie die eerder dit jaar gepubliceerd werd in het medische vakblad Immunologic Research.

> Ronnie Schuurbiers

Al tientallen jaren worden verschillende micro-organismen ervan verdacht ME/CVS te veroorzaken, maar een duidelijk verband met de ziekte is tot nu toe nog voor geen enkele soort overtuigend aangetoond. De kans dat er ooit één enkel organisme wordt gevonden die verantwoordelijk is voor het veroorzaken van ME/CVS lijkt klein. In het onderzoek naar de oorzaak van ME/CVS zien we daarom steeds vaker hypothesen opduiken, die de ziekte op een andere manier proberen te verklaren. Dit onderzoek is daar een goed voorbeeld van.
Waar tot enkele jaren geleden nog gedacht werd dat het menselijk lichaam steriel is, wordt langzaam aan duidelijk dat de mens eigenlijk een soort superorganisme is, dat in harmonie leeft met vele duizenden verschillende soorten micro-organismen. Bacteriën, virussen en schimmels leven op onze huid, in onze darmen en zelfs in ons bloed. Daar staan zij op allerlei manieren in verbinding met onze stofwisseling. De genen van deze organismen hebben direct invloed op ons lichaam en worden daarom gezamenlijk het metagenoom genoemd. Voor veel ziekten, bijvoorbeeld auto-immuunziekten, is ondanks jaren van onderzoek nog altijd niet bekend waardoor zij veroorzaakt worden. Mogelijk zijn deze ziekten het gevolg van een verstoring in het metagenoom.

Onderzoek
In het artikel beschrijven de onderzoekers hoe verschillende micro-organismen, waaronder het Epstein-Barrvirus en het cytomegalovirus, Vitamine-D-receptoren (VDR) op cellen beïnvloeden en hun activiteit verminderen. Hierdoor kan het lichaam zich minder goed verweren tegen infecties met andere micro-organismen. Het gevolg hiervan is dat het immuunsysteem zodanig verandert, dat het gelijkenissen vertoont met het immuunsysteem bij auto-immuunziekten. Omdat er een zeer veel verschillende micro-organismen bestaan, zal elke ME/CVS-patiënt na verloop van tijd door andere bacteriën, virussen en schimmels besmet worden. Dit verklaart volgens de auteurs waarom patiënten vaak heel verschillende klachten hebben.

Behandeling
Bij ziekten waarbij het immuunsysteem een grote rol speelt, wordt vaak immunotherapie toegepast. Hierbij wordt het immuunsysteem onderdrukt of juist gestimuleerd. Bij deze ziekten worden klachten en symptomen vooral veroorzaakt door een geactiveerd immuunsysteem en veel minder door hetgeen dat de ziekte veroorzaakt. Auto-immuunziekten worden bijvoorbeeld vaak behandeld door de immuunreactie te onderdrukken. Dit is echter een vorm van symptoombestrijding die de oorzaak niet wegneemt.
Bij behandelingen waarbij de werking van het immuunsysteem wordt verminderd, zullen op korte termijn de klachten afnemen. Het anti-kankermedicijn Rituximab, waarvan vorig jaar in Noorwegen een onderzoek werd uitgevoerd naar de werkzaamheid bij ME/CVS-patiënten, is hier een goed voorbeeld van. Echter door het remmen van het immuunsysteem zullen micro-organismen minder goed worden onderdrukt. Op de lange termijn kan er daarom een terugval zijn.
Een alternatief hiervoor is het immuunsysteem juist stimuleren. Het afgelopen decennium hebben de onderzoekers hiervoor een therapie ontwikkeld. Centraal hierbij staat het medicijn olmesartan, dat eigenlijk wordt gebruikt als medicijn tegen hoge bloeddruk. Olmesartan stimuleert een aantal stoffen die dezelfde werking hebben als VDR, zodat de verminderde werking van deze receptoren wordt gecompenseerd. Het medicijn kan in hoge dosissen worden gegeven, zonder dat de bloeddruk gevaarlijk laag wordt. Wanneer ME/CVS-patiënten beginnen aan de behandeling, dienen zij drie- tot zesmaal daags olmesartan te slikken. De dosis wordt per patiënt vastgesteld. In het begin kunnen de klachten juist toenemen, waarschijnlijk doordat het immuunsysteem nu (beter) in staat is om micro-organismen op te ruimen. Bij gezonde personen die dezelfde dosis krijgen toegediend, ontstaat deze reactie niet. Dit proces kan maanden tot jaren duren, maar uiteindelijk zullen de klachten verminderen of zelfs helemaal weg gaan. Sommige patiënten kiezen ervoor de behandeling te beëindigen, omdat verbetering te lang op zich laat wachten of de terugval als te zwaar wordt ervaren.

Kritiek
Een verklaring hoe ME/CVS ontstaat en een volledig nieuwe behandeling om de ziekte te kunnen genezen. Dit lijkt bijna te mooi om waar te zijn en daarom is het belangrijk om zeer kritisch naar dit soort onderzoeken te kijken. Eén van de auteurs van deze studie, professor Trevor Marshall, publiceerde eerder enkele onderzoeken naar Vitamine D. Enkele jaren geleden bedacht hij het Marshall Protocol, een behandeling voor een heel scala aan ziekten. Het model achter het Marshall Protocol kent veel overeenkomsten met de hierboven beschreven hypothese. De kritische website Science Based Medicine is niet mild in haar kritiek op het Marshall Protocol. Hun eindoordeel luidt: “Onbewezen. Gebaseerd op een hypothese die waarschijnlijk niet klopt. Mogelijk schadelijk wanneer bijverschijnselen ontstaan door onnodig gebruik van antibiotica of, nog zorgelijker, door vitaminetekort”.
Het is lovend dat de auteurs van deze studie een nieuwe richting in durven te kijken in hun zoektocht naar de oorzaak van ME/CVS. Om artsen en patiënten te overtuigen van hun hypothese, zullen ze in de toekomst hier uitgebreider over moeten publiceren. Deze eerste publicatie is interessant, maar bevat nog weinig wetenschappelijk bewijs. Voordat een nieuwe behandeling voor ME/CVS op grote schaal aangeboden kan worden aan de patiënten, dient er eerst uitvoerig te worden onderzocht wat het effect van de behandeling is en of de behandeling veilig is. Dit betekent in de praktijk dat er door meerdere onderzoeksgroepen een dubbelblind onderzoek met controlegroep zal moeten worden uitgevoerd. De auteurs geven echter aan dat het lastig is om de therapie op een gecontroleerde manier te onderzoeken, omdat de reactie van het immuunsysteem bij elke patiënt anders is. Toch zal alleen kwalitatief goed onderzoek de hypothese uiteindelijk kunnen bevestigen of verwerpen.

Bron: Amy D. Proal, Paul J. Albert, Trevor G. Marshall, Greg P. Blaney, Inge A. Lindseth (2013). Immunostimulation in the treatment for chronic fatigue syndrome/myalgic encephalomyelitis. Immunologic Research 2013, Vol. 56, No. 2-3 , Pages 398-412.
URL: http://link.springer.com/article/10.1007%2Fs12026-013-8413-z

 

Bovenstaand artikel is in september 2013 gepubliceerd in het patiëntentijdschrift MEdium van de ME/CVS-Stichting (26e jaargang nummer 3, ISSN 1566-7898).

Previous Post Next Post

You Might Also Like

No Comments

Leave a Reply