ME/CVS

Is ME/CVS een auto-immuunziekte?

De resultaten van het Noorse onderzoek naar het medicijn rituximab in ME/CVS-patiënten suggereren dat ME/CVS mogelijk een auto-immuunziekte is. Dit artikel bespreekt wat een auto-immuunziekte is en welke kenmerken auto-immuunziekten hebben, in hoeverre hier sprake van is bij ME/CVS, en of we de conclusie mogen trekken dat ME/CVS een auto-immuunziekte is.

> Ronnie Schuurbiers

In de herfst van 2011 publiceren een groep Noorse onderzoekers in het online medische tijdschrift PLoS ONE de resultaten van hun onderzoek naar het medicijn rituximab in ME/CVS-patiënten. Enige tijd eerder ontdekte de groep, onder leiding van oncologen Øystein Fluge en Olav Mella, dat een ME/CVS-patiënt na een behandeling voor kanker, ook op het gebied van ME/CVS een opmerkelijk herstel liet zien.
Rituximab is een geneesmiddel dat staat geregistreerd voor gebruik in vijf ziekten, waaronder een type lymfklierkanker en de auto-immuunziekte reuma. Rituximab vermindert het aantal B-lymfocyten in het bloed. B-lymfocyten zijn onderdeel van het immuunsysteem en spelen een belangrijke rol in het uitschakelen van ongewenste infecties. In sommige auto-immuunziekten is er sprake van een verhoogde activiteit van de B-lymfocyten. Vermindering van het aantal B-lymfocyten kan daarom deze ziekten tot rust brengen.
Voor het onderzoek werden 30 ME/CVS-patiënten geselecteerd en willekeurig verdeeld in twee groepen. De ene groep kreeg het medicijn, en de andere groep vormden de controlegroep en ontving een placebo. Noch de onderzoekers noch de patiënten wisten welke groep een medicijn en welke groep een placebo ontvingen. Deze zogeheten dubbelblinde placebogecontroleerde onderzoeken hebben wetenschappelijk veel waarde, omdat bij dit type onderzoek bias (factoren van buitenaf die de uitkomst negatief beïnvloeden) zoveel mogelijk wordt beperkt. De uitkomst van het onderzoek liet zien dat tweederde van de patiënten die het medicijn ontvingen en twaalf procent van de patiënten in de controlegroep een significante, langdurige verbetering van hun klachten hadden.
Voor ME/CVS bestaat op dit moment geen enkel goedgekeurd medicijn. Het resultaat van dit onderzoek is op zichzelf al opmerkelijk, maar mogelijk nog interessanter is dat het merendeel van de patiënten pas na 3 – 7 maanden reageerden op de behandeling. Deze vertraagde reactie op het medicijn ziet men ook terug bij onder andere reuma. De onderzoekers denken daarom dat ME/CVS mogelijk een auto-immuunziekte is.

Wat is een auto-immuunziekte?
Het immuunsysteem van de mens heeft als belangrijkste taak het opsporen en vernietigen van organismen, zoals virussen en bacteriën, die schadelijk kunnen zijn voor het lichaam. De B-lymfocyten houden zich vooral bezig met het aanmaken van antistoffen. Antistoffen zijn moleculen die kunnen binden aan een organisme. Andere witte bloedcellen kunnen zo het organisme herkennen en opruimen. Door een fout in het lichaam kunnen B-lymfocyten antistoffen gaan aanmaken die reageren met lichaamseigen moleculen: auto-antistoffen. Als hierdoor schade ontstaat aan het lichaam, is er sprake van een auto-immuunziekte.

Kenmerken
Auto-imuunziekten hebben een aantal specifieke kenmerken. Als ME/CVS inderdaad een auto-immuunziekte is, moet het in ieder geval een aantal van deze kenmerken bezitten.

Auto-antistoffen: Eén ding hebben alle auto-immuunziekten met elkaar gemeen: er worden auto-antistoffen in het bloed aangetroffen. Er zijn onderzoeken gedaan naar auto-antistoffen bij ME/CVS, maar er zijn beperkingen. Zo zijn er slechts enkele tientallen onderzoeken gedaan; zijn er weinig onafhankelijke vervolgonderzoeken uitgevoerd; spreken resultaten elkaar tegen; en worden veel verschillende auto-antistoffen aangetroffen, die bovendien vaak duiden op andere ziekten. Een Italiaans evaluatie-artikel uit 2009 stelt dat er bij ME/CVS sprake is van een chronisch geactiveerd immuunsysteem en dat de aanwezigheid van auto-antistoffen hier mogelijk een gevolg van is.

Schade in het lichaam: Auto-immuunziekten beslaan eigenlijk een spectrum van ziekten. Aan de ene kant vindt men ziekten waarbij een bepaald orgaan wordt aangetast, zoals de ziekte van Hashimoto (schildklier). Aan de andere kant vindt men ziekten waarbij de auto-antistoffen het gehele lichaam aangetast, zoals bij lupus (auto-antistoffen tegen celkernen). Bij ME/CVS is geen sprake van weefselschade in een specifiek orgaan.

Symptomen: Auto-immuunziekten die zich op het spectrum dicht bij elkaar bevinden, vertonen soortgelijke symptomen. De symptomen van ME/CVS komen overeen met bijvoorbeeld reuma en lupus.

Comorbiditeit: Meerdere auto-immuunziekten komen soms voor in dezelfde persoon. Ook bij ME/CVS komen soms auto-immuunziekten voor, maar het is niet bekend of dit meer is dan in de algemene bevolking.

Geslacht: Vrijwel alle auto-immuunziekten komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Bijvoorbeeld bij multiple sclerose is 2 van de 3 personen een vrouw, en bij lupus is zelfs 9 van de 10 personen een vrouw. Ook ME/CVS komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

Familie: Auto-immuunziekten komen soms voor bij meerdere familieleden. ME/CVS wordt soms gezien bij leden van hetzelfde gezin, maar hier is nog weinig onderzoek naar gedaan. Algemeen wordt aangenomen dat de genen hier een grote rol in spelen.

Genen: Met name de groep HLA-genen spelen een grote rol bij het ontstaan van auto-immuunziekten. Net als bij ME/CVS wordt gedacht dat bepaalde genen iemand gevoeliger maken voor het ontwikkelen van de ziekte. Er is niet veel onderzoek gedaan naar de rol van genen in ME/CVS. Slechts enkele onderzoeken vonden een verband met één of meerdere HLA-genen.

Stress: Er is een duidelijk verband tussen (zowel psychische als fysieke) stress en auto-immuunziekten. Stress kan voorafgaan aan een auto-immuunziekte en het kan de symptomen ervan verergeren. Ook ME/CVS-patiënten geven vaak aan dat ze voorafgaand aan hun ziekte een periode van stress doormaakte. Bovendien ervaren veel van hen een verergering van klachten tijdens een periode met veel stress.

Organismen: Schadelijke organismen worden al langere tijd in verband gebracht met auto-immuunziekten. Bij personen die hiervoor gevoelig zijn, kan een infectie ervoor zorgen dat de ziekte ontstaat. Ook ME/CVS kent een sterk verband met schadelijke organismen. Bij veel personen lijkt ME/CVS het directe gevolg te zijn van de ziekte Pfeiffer.

Is ME/CVS een auto-immuunziekte?
Het lijkt erop dat ME/CVS veel kenmerken bezit van een auto-immuunziekte. Toch is er op dit moment nog onvoldoende wetenschappelijke bewijs om te kunnen stellen dat ME/CVS inderdaad een auto-immuunziekte is. Vooral het ontbreken van specifieke auto-antistoffen wegen zwaar. Veel andere kenmerken komen ook bij veel andere ziekten voor en zijn niet erg specifiek voor auto-immuunziekten.
De groep Noorse onderzoekers van de rituximab-studie hebben een vervolgonderzoek gepland met een grotere groep patiënten, verdeeld over meerdere behandelcentra. Maar dit onderzoek is wegens geldgebrek nog niet gestart.

Bron: Fluge, O. et al. (2012). Benefit from B-Lymphocyte Depletion Using the Anti-CD20 Antibody Rituximab in Chronic Fatigue Syndrome. A Double-Blind and Placebo-Controlled Study. PLOS ONE, Vol. 6, No. 10 , Pages e26358.
URL: http://www.plosone.org/article/info:doi/10.1371/journal.pone.0026358

 

Bovenstaand artikel is in maart 2013 in ingekorte vorm gepubliceerd in het patiëntentijdschrift MEdium van de ME/CVS-Stichting (26e jaargang nummer 1, ISSN 1566-7898).

Previous Post Next Post

You Might Also Like

No Comments

Leave a Reply