Samenvatting
In Nederland krijgen jaarlijks ruim 700 vrouwen baarmoederhalskanker, waarvan er 200 tot 250 vrouwen overlijden. Zonder screeningsprogramma zouden deze aantallen ten minste 2 keer zo hoog zijn. Baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door een infectie met een hoogrisico-type van het Humaan Papillomavirus (hrHPV). Overdracht van HPV heeft plaats tijdens seksueel contact. Meestal gaat de infectie vanzelf over en leidt deze niet tot cel- of weefselafwijkingen. Echter hoe langer hrHPV-infecties bestaan, des te groter de kans dat er veranderingen in de oppervlaktecellen ontstaan. Op den duur kan dit leiden een voorstadium van baarmoederhalskanker. Omdat het zo’n vijftien jaar duurt eer baarmoederhalskanker ontstaat, is de ziekte uitermate gezicht voor screening.
Wanneer een voorstadium van baarmoederhalskanker wordt ontdekt, kan een behandeling voorkomen dat kanker ontstaat. Als er al sprake is van kanker, zorgt een vroege opsporing ervoor dat een effectieve behandeling in de meeste gevallen mogelijk is. In Nederland worden vrouwen tussen de 30 en 60 jaar eens per vijf jaar uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek. Zij laten bij de huisarts een uitstrijk maken, die in het laboratorium microscopisch wordt onderzocht. Bij licht afwijkende cellen krijgt de betrokken vrouw het advies op termijn een vervolguitstrijk te laten maken. Bij ernstige afwijkingen volgt direct verwijzing naar een gynaecoloog voor nader onderzoek en een eventuele behandeling.
Dit verslag bespreekt de rol van HPV in baarmoederhalskanker en de screening op baarmoederhalskanker in Nederland, en dient als onderlegger voor een informatieve folder, gericht op patiënten die uitgenodigd worden om een uitstrijkje te laten maken.